Andere molens in Etten-Leur
Korenmolen De Lelie
De Lelie dateert uit 1800 met als eerste molenaar Bartholomeus van Oerle.
In de ochtend van 21 januari 1937 ontstond onder in de molen bij de petroleummotor een brand die zijn weg naar boven vrat en de molen grotendeels verwoestte. Alleen de drieëntwintig meter hoge romp van de molen bleef overeind staan. Maar nadat de Leurse brandweer het vuur eindelijk had gedoofd, bleek dat de romp zoveel had geleden, dat hij alsnog moest worden afgebroken. Zo heeft er jaren lang, tot het eind van de jaren negentig van de twintigste eeuw slechts een stomp van enkele meters hoog aan de Geerkade gestaan. Van dit restant werd Tiny Augustijn in 1969 de eigenaar.
Vanaf 1986 werd er veel gelobbyd om voor de molen de mogelijkheid van herstel in oude luister open te houden. Halverwege de jaren negentig kon met de herbouw worden begonnen. En in september 1998 kon de molen - na eenenzestig jaren van stilstand - eindelijk weer draaien.
De Zwartenbergse molen
Deze molen dankt zijn naam aan een gelijknamige polder binnen de gemeente Etten-Leur, op de zuidoever van het riviertje De Mark. De molen is een ronde stenen bovenkruier met een zwart geteerde romp, een voor Brabant unieke poldermolen. Hij werd in 1889 gebouwd en had een voorganger, een met riet gedekte achtkant, die op 30 augustus 1888 ten gevolge van een blikseminslag afbrandde.
De Hoop
De Hoop, ook wel gekend als de Zwarte Molen is een stellingmolen, een bovenkruier. Deze staat nog steeds – als romp bewaard – aan de Korte Brugstraat te Leur achter de firma Klep. Deze ronde stenen molen werd in 1849 gebouwd door molenmaker Van Rijmenam nadat de vorige molen, oorspronkelijk een schors- of runmolen in 1847 afgebrand was. Tot begin jaren twintig heeft deze molen nog wieken gedragen, maar is daarna onttakeld. In 1915 brandt de molen voor de tweede keer af. In opdracht van Martinus Cornelis van Eerd werd de molen door molenmaker van Aspert uit Heeswijk herbouwd. In november 1921, amper zes jaar na de brand, heeft een zware storm het wiekenkruis, compleet met kap van de molen gerukt en vernield. Deze werden niet meer vervangen. De molen heeft dus vanaf die periode alleen op stoommotorkracht gedraaid.
Weltevreden
Molen Weltevreden, beter bekend als de Coppense molen, stond aan de Roosendaalseweg. Deze werd in 1974 afgebroken om de aanleg van de nieuwbouwwijk De Grauwe Polder mogelijk te maken. De meesten kenden hem met twee wieken. Zo stond hij er 26 jaar bij tot de sloop.
De molen werd gebouwd in 1836 in opdracht van notaris J. de Bosson en als korenmolen ingeschreven in de registers.
De Toekomst
Deze molen werd gebouwd in 1836 in opdracht van notaris J. de Bosson en als korenmolen ingeschreven in de registers.
Dit is een beltmolen die oorspronkelijk binnen de gemeentegrens van Etten-Leur bij Hoeven in 1862 gebouwd is. Na de gemeentelijke herindeling in 1997 kwam de gemeentegrens aan de noordelijke kant van de molen te liggen waardoor deze bij de gemeente Halderberge kwam, de plaatsnaam van 800 jaar geleden.
Houtzaagmolen De Hoop
In 1806 werd houtzaagmolen De Hoop gebouwd met als eigenaar Jan Blanken. In 1820 werd deze molen verkocht aan Cornelis Korteweg en naar alle waarschijnlijkheid verplaatst naar Klundert.
Artikel BHIC over deze onbekende molen. Opmerkelijk is dat de hier bovenvermelde korenmolen De Hoop alleen aangeduid wordt met de naam Korenmolen.
Rosmolens
Er hebben in Etten-Leur rosmolens gestaan. In 1659 werd in een taxatierapport aangegeven dat de standerdmolen (voorganger van de Bisschopsmolen) in goede staat was, maar dat de rosmolen iets ten noorden van de molen bouwvallig was en 'gans onbequaam om mee te rossen.'
Achter molen De Hoop aan de Korte Brugstraat werd in 1851 een rosmolen gebouwd. Deze werd in 1909 gesloopt.
Verder is er sprake van een rosmolen achter de genoemde houtzaagmolen en één aan de Baai.
Molenbouwer Jaan van den Beemt
Krantenbericht en PDF met dank aan Cor Kerstens